ASS. Automatisch Schrijven Samenwerking

Surrealistisch verhaal geschreven door;

Willem den Broeder met U als gast schrijver te weten Camela Cirillo, Marit van den BergLeon RemieRick HutchinsonJesse Laport, Miranda B., Annelies Appelhof,  Polly, Sandra BootsIsabelle, Matthew, Angela, Elsje, Pino, Carlos MartinsNick GlasbergenJoeri Groenendyk, Eefje Claus, (nieuw 10aug’20)Willem Borst, P. Jonkman,Wim Koopman, goedevriend Hans Gijsen, Emma van Meel uit België en Johan Eland.

Allen zijn bezoekers van surrealisme.nl 

(Laatste aanvulling 18 augustus 2024)

Het Verhaal

Wat betreft het plastic hoofd daar zouden wij aanstaande vrijdag een receptie in houden, maar door vies algenaanslag ging het door. De straat is om het even, wat ik ook doe met de heldere achterblijvers zonder kruis en bikinilijn! Romantiek is ver te zoeken het badlaken dat angstig kijkt. Gatenkaas riepen de schildpadden des doods, zij vervloekten mij toen ik uit de vijver viel. Spanning stijgt, terwijl ik kijk naar de deur en zie hoe de deurkruk langzaam naar beneden gaat en weer omhoog. Plastic hoofd ter hoogte van de splinter in de derdegraads opwinding. Het is ook geen voorwerp, want het is verf op doek, vertelde de boom tegen het varken in de lamp. Nonsens, de vlek op het plafond danste langzaam met het gat in de vloer. Blub zat in een kom met water “Art macht frei” schreeuwde hij uit zijn achtereind. Niemand zag het maar iedereen wist: alle tongen in 1 mond, alle lust in 2 handen, het kruis in mijn derde oog, alle geil als vloeipapier. Muziek zwelt aan, door de klank van enkel duizend stenen berispte hij zijn geest. Met zijn buik in het zand, zwemmend naar de hoogste kerktoren van NASA. Kiezel, vorm gekozen uit duizenden scheerde hij over het oppervlak van het borststuk. Verdorie dacht het houten hoofd, had ik me toch weer mee laten slepen in een verhitte discussie. Ik voelde mijn oor langzaam naar beneden glijden als houtskool. De gaten van de kaas zijn als het diepste van de gedachten, ze zijn incompleet maar toch typerend en heel lekker met al dat roze slijm. Waar betaal je voor als je gatenkaas koopt “Voor de gaten!” riep het raamkozijn. Terwijl mijn moeder een appel at inclusief kerkklokhuis. Rarara dada ooooo jijijijijiji O JIJ!!!! Bleek en zacht was het gezicht dat ik vast hield, nog een kind, nog een slapende vrouw. Heet water voor allen. Achter mijn masker schreeuw ik in stilte “Waar ik was toen jij bestond” Die goudvis is maar iets raars want het is toch onmogelijk om oranje te zijn en goud genoemd te worden waarom niet fladderde de doorzichtige ekster. Er was eens een teen vol met gaten in een handschoen rechts terwijl de kers in een elliptische baan rond het scrotum vloog. Terwijl de man zijn hoofd opensneed en naar binnenkeek, zag hij een groep idioten de marathon rennen. Ze zat op het bed, haar benen wijd open, de man opende het raam en sloeg de vlieg. Het klopt in zijn totaliteit niet, terwijl het wel klopt, hoor maar. Nergens werelden als in de sterren zeiden de stoffen in hun lichtbokaal. Als de nacht valt, valt haar torso, gebroken in stukken op de fluwelen ondergrond. Wanneer het licht volume kreeg, valt het naar boven in een stuk en is het laatste avondmaal begonnen. Het zal de tijd als reden zijn geweest om na honderd jaar eindelijk verder te gaan met waar mee je bezig was op het moment toen glas vloeibaar werd op kamertemperatuur, nu alweer zeven minuten geleden.

Het avondwater vloeide voort als streken van een bloederig penseel verzonken in de oneindige herinnering van een steelpan met vermoedens van een oneindig lijden. In de verte stond een zwart lijden in verwachting van een nieuwe dag, terwijl het ochtendgloren openbaringen bracht.

Met het laatste in het achterhoofd vloog de putdeksel als een UFO over het pas gemaaide kunstgras, alwaar de matroos het dek schrobd met een massief dameshoedje.

De goddeloze Maan van Erotiek keek tevreden neer op dit schouwspel dat zich afspeelde in de zilveren vingerhoed van de Vlinderkoning. De muze van de houten katers laafde zich aan het rottende karkas van de dronken kater. Eindelijk kwam de Dood, wreed en waarachtig.
De worm welke een fobie voor gras had ontwikkeld tijdens zijn zesde dansles, probeerde met de fles kwikzilver een salto te maken waardoor een hevig pijn in zijn toekomst aanwezig zou kunnen zijn. Half in de avond op het moment waar de aflossing plaatsvond in de kangoeroe buidel viel het licht uit. Toen waren de rapen nog rauw. Lazarus streek neer op de heilige velden alwaar hij zich staande hield op golven van paniek. ‘Het laatste oordeel is gekomen’, sprak het zwarte licht. ‘Pak al je bezittingen en laat alles achter, behalve je herinneringen, kostbaar door gebrek aan betekenis’. Icarus is mijn naam riep de wolf met de kolibrie vleugels. Het zoemende geluid kon niet veroorzaken dat het spul loskwam van de grond, maanlicht verstoorde dat op hardhandige manier.

De teerling was geworpen en de onderhandse verdeeldheid tussen de elementen ging onverminderd door. De harpoen, stevig geplant in de rug van de walvis, kon echter niet voorkomen dat de schuinsmarcheerder rasse schreden zette. De koelheid van het oplaaiende vuur was intens. Nadat Hendrik de eerste rondjes had gevlogen was hij plots in de buitenlucht beland door een spleet naast het raam in de brouwerij, daar merkte hij enkele moleculaire rotting deeltjes van een dode toerist op.
Zij kunnen je vier keer per dag, maar niet je leven lang achtervolgen.
Je moet geleefd hebben, maar ook een dag bepalen om gelachen te hebben juist daarom. Kunnen weten welke smaak het is, dus. Echt je moeilijk maken kan iedereen, hoezo niet. Met niet één vinger blijkt dus hoe het voelt als er een lach start, laat staan twee. Het stemmingen register word weer open getrokken tijdens de lach of je leven show, met vandaag een dag van omkijken, om te zien waar je angsten liggen.
De boom zat vol met mythen en viel door bliksem afgeleid, treurig lag hij met zijn kruin in een modderpoel vol gaten, zijn grote teen wees de lucht in. De teen wees niet alleen de lucht in, maar stond in rechte lijn met de tarantulanevel.

Wat een reusachtig H-II-gebied is in de grote magelhaense wolk, hier enkel miljoenen lichtjaren vandaan. Waar alleen in de vroege ochtend rond vijf uur het wormgat openstaat voor roereieren. De Kosmos wilde geknipt worden, maar de scharen machine was stuk, doordat de ontsteking niet werkte, ging het niet door. Wat wel doorging was het eeuwige getreuzel van het licht uit deze hoek van de Kosmos, wat altijd ophield met schijnen tijdens een lantaarnpalen duel op het  Wibautplein ter hoogte van de Favotiet tussen Teba en Teba. Om verdere escalatie te voorkomen werden groepen entiteiten tegen elkaar opzet om elkaar met spelt broden te bekogelen, terwijl ze van beide zijden scandeerden: “Boze boeren bakken bruine broden”.
Vanaf de Oesterdam werd hier afkeurend op gereageerd, maar het bleef bij woorden. Echter wilde deze boze boeren daags hierna toch naar onze Residentie Stad dit keer niet op hun tractors  maar op de ruggen van gladde groenachtige plankton etende pinguïns met struisvogelpoten. De rivierelf boog hooghartig voor de immer zwangere druppels.. Vieren en enen schreeuwden moord en brand, maar het mocht niet meer baten. Het hart was voorgoed kapot, verscheurd door onmenselijk lijden. Ooit een aanzwellend liefdesvuur, thans een gekke, dorre woestenij.

Surrealisme

 

 

 

 

Het begin van alles en het einde van niets was onzeker geboren. De donkere hemel met zijn allesomvattende geboortelicht was een leugen zo groot als de waarheid.. En daar was het. De totale onzekerheid. Oppermachtig, pijnlijk.
Maar tegelijkertijd ook wel weer vervreemdend, hoewel de ontstaansgeschiedenis van het begin en de korte periode na het einde vrij onzeker was tijdens de visualisering van het geheel met daarbij de kans op eindeloos verdwijnen in de droomkamer.

 

 

De Droomkamer
Vissen die allemaal kinderachtige avonturen meemaken in een droge positie, zwemmend door de droomkamer van kleuterjuf Emma, welke plots met haar klas miereneters aanwezig waren in de droomkamer van een oude kabouter, jammer genoeg was er een verschuiving in tijd, waardoor het gezelschap niet zichtbaar was op de droomfoto, of toch wel?
Terwijl de ander haar een collectebus voorhield zei ze; ‘Nee dank u’. Het is voor de arme mensen hield de ander aan. ‘Ja hoor eens, dát weet ik niet hoor, het zijn altijd de armen die de handen ophouden. Laat die handen aan die armen maar eens wapperen en vlieg zo hoog mogelijk naar je eigen geluk!

 

 

Tot zover, gaat U verder met Schrijven?

Help het  surrealistische/dadaïstisch verhaal verder te schrijven. Stuur dan één á twee (on)zinnen via formulier hieronder of contact! (Lange verhalen verdwijnen in de spam, aub niet langer dan 2 zinnen)
Het door U geschrevene wordt hierboven gepubliceerd.

    (niet verplicht)